Berekening achterliggende grootheden bij IR.SCHEMA

Met de functie IR.SCHEMA is het mogelijk het gerealiseerde, respectievelijk het te verwachten rendement op effecten te berekenen. Omgekeerd is het ook mogelijk om – gegeven een gewenste rendementsvoet – te simuleren met het achterliggende cashflow- en datumschema in de vorm van een of meerdere invoerparameters.

Inloggen

Lid van de Kennisbank Financieel?

 

Log hier in om verder te lezen.

Afbreken

Gebruikersgegevens

 

Geef hier uw gebruikersnaam en wachtwoord:

Werkbladen in deze Excelsheet

Werkblad Berekening achterliggende grootheden bij IR.SCHEMA

Bekijk screenshot van dit werkblad

Gebruiksinstructie

Introductie

Met de functie IR.SCHEMA is het mogelijk het gerealiseerde respectievelijk het te verwachten rendement op effecten te berekenen.

Omgekeerd is het ook mogelijk om – gegeven een gewenste rendementsvoet – 'handmatig' te simuleren met het achterliggende cashflow- en datumschema in de vorm van een of meerdere van de volgende grootheden:

  1. de uitgiftedatum, in combinatie met de uitgifteprijs;
  2. de stortingsdatum, in combinatie met de stortingsprijs;
  3. de (tussentijdse) aankoopdatum, in combinatie met de aankoopprijs;
  4. bij obligaties: de couponrentedata, in combinatie met de uitgekeerde dan wel uit te keren couponrente;
  5. bij aandelen: de dividenduitkeringdata in combinatie met het uitgekeerde dan wel uit te keren dividend;
  6. de verkoopdatum, in combinatie met de verkoopprijs;
  7. bij obligaties: de aflossings- of expiratiedatum, in combinatie met de aflossingsprijs.

Bovendien kan deze exercitie met behulp van de functies Doelzoeken of Oplosser gestructureerd worden aangepakt.

De functie Doelzoeken lost formules in omgekeerde volgorde op: om tot een gewenste functie-uitkomst te komen wijzigt deze functie de waarde van een van de onderliggende functieparameters.

Ook de functie Oplosser is in staat om vraagstukken in omgekeerde volgorde op te lossen, maar biedt bovendien de mogelijkheid complexere vraagstukken op te lossen en meerdere invoervariabelen te wijzigen om tot het gewenste functieresultaat te komen. Bovendien kunnen de te wijzigen invoervariabelen ook nog eens van restricties worden voorzien.

Om gebruik te kunnen maken van de functie Oplosser dient u deze vooraf te activeren.

Dit kan door de invoegtoepassing Oplosser te activeren via de menuoptie Extra – Invoegtoepassingen. Is deze invoegtoepassing niet beschikbaar, dan kunt u deze installeren met behulp van Microsoft Office Setup.

In het volgende voorbeeld maken we gebruik van de functie Oplosser.