In dit werkblad wordt de eindwaarde van één kapitaal bij een wisselende rentevoet berekend.
Werkblad Berekening eindwaarde van één kapitaal bij een wisselende rentevoet |
Bekijk screenshot van dit werkblad |
Als u bij de eindwaarde van één kapitaal uitgaat van een constante rentevoet, maakt u gebruik van de functie TW.
Met de Excel-functie TOEK.WAARDE2(hoofdsom;rentewaarden) kan de eindwaarde van één kapitaal berekend worden bij een wisselende rentevoet. Bij de berekening van de eindwaarde van één kapitaal wordt de samengestelde intrest bij de hoofdsom opgeteld tot het moment van uitbetaling.
Bij een wisselende rentevoet is de volgende rekenregel van toepassing:
Kn = K * (1 + i1) * (1 + i2) * (1 + i3) ... (1 + in)
waarbij:
Kn = de eindwaarde van het kapitaal na n perioden;
K = de beginwaarde van het kapitaal in periode 0;
i1 tot en met in = de wisselende samengestelde intrestvoet over n perioden;
n = het aantal perioden
Bereken de eindwaarde van € 2.000 gedurende vier jaar op samengestelde intrest uitgezet tegen een vergoeding van 5% over het eerste jaar, 3% over het tweede jaar, 2% over het derde jaar en 6% over het vierde jaar. De rentevergoeding vindt jaarlijks achteraf plaats.
De schematische weergave volgens het kasstroomdiagram:
Volgens de algemene rekenregel krijgen we:
K4 = 2.000 * (1 + 0,05) * (1 + 0,03) * (1 + 0,02) * (1 + 0,06) = 2.338,64
Heeft u ook een verantwoordelijkheid in personeelsmanagement? Kijk dan ook op HR Praktijk voor zekerheid over wetten en regels!