Vanuit de totalen activa (zonder liquide middelen) en passiva leidt het salderen tot twee mogelijkheden: een financieringsoverschot of een financieringstekort. In het eerste geval moet de activakant worden opgevoerd, in het tweede geval de passivakant.
Werkblad Berekening financieringstekort/overschot |
Bekijk screenshot van dit werkblad |
Vanuit andere werkbladen worden de totalen gesaldeerd van de activa (zonder liquide middelen) en passiva. Op grond van de gelijkheid van de balanstotalen van activa en passiva leidt het salderen tot twee mogelijkheden:
Het totaal van de tot nu toe berekende passivaposten is groter dan het totaal van de activaposten (zonder kas, bank en giro). In dat geval is het verschil bij het salderen van de beide balanstotalen een financieringsoverschot dat aan de activakant moet worden opgevoerd. Met het plaatsen van dit verschilbedrag aan de activakant wordt het balanstotaal gelijkgetrokken met het totaal aan passiva.
Het totaal van de tot nu toe berekende passivaposten is kleiner dan het totaal van de activaposten (zonder kas, bank en giro). In dat geval is het verschil bij het salderen van de beide balanstotalen een financieringstekort dat aan de passivakant moet worden opgevoerd. Met het plaatsen van dit verschilbedrag aan de passivakant wordt het balanstotaal gelijkgetrokken met het totaal aan activa.
Heeft u ook een verantwoordelijkheid in personeelsmanagement? Kijk dan ook op HR Praktijk voor zekerheid over wetten en regels!