In te vullen velden
Ten aanzien van het investeringsobject moeten de volgende waarden voor de betreffende periode (in dit voorbeeld jaren) worden
vastgesteld en worden ingevoerd in de daarvoor bedoelde cellen:
Verplicht in te vullen gegevens |
Cel |
Celnaam |
Toelichting |
C4 |
Omschrijving investeringsobject |
|
C6 |
Opgesteld op |
Datum waarop de investeringscalculatie is opgesteld. |
G6 |
Door |
Naam van de medewerker die de investeringscalculatie heeft opgesteld. |
C9 tot C11 |
Aanschafwaarde |
Wanneer de uitgaven in verband met de aanschaffing van het investeringsobject gedaan worden voor een periode van langer dan
één jaar, dan moeten deze uitgaven in de bijbehorende jaarregels worden ingevoerd (jaar 0 tot en met jaar 1). Verondersteld
wordt dat de initiële investeringen niet verder dan jaar 2 gaan.
|
G11 |
Liquidatieopbrengsten (restwaarde) |
Geschatte opbrengsten uit de verkoop van het betreffende investeringsobject na afloop van de ingevoerde gebruiksduur (zie
volgende regel). Overigens is het ook mogelijk dat er geen sprake is van (positieve) liquidatieopbrengsten, maar van (negatieve)
liquidatiekosten. In dat geval moeten de betreffende uitgaven als negatieve waarde worden ingevoerd.
|
G12 |
Gebruiksduur (in jaren) |
Geschat aantal jaar dat men het investeringsobject zal gaan gebruiken. |
G13 |
Vermogenskosten (calc. rentepercentage, i ) |
Dit rentepercentage wordt NIET bepaald aan de hand van de rente op de kapitaalmarkt. Hier wordt het rentepercentage ingevoerd
dat de leiding van het bedrijf minimaal als rendement op de investering moet realiseren om de vermogenskosten van het bedrijf
goed te kunnen maken.
|
C24 tot C33 inkomsten D24 tot D33 uitgaven
|
Exploitatie inkomsten en uitgaven |
Hier moeten voor de betreffende jaren van de gebruiksduur de conform de planning vastgestelde inkomsten (uit verkoopopbrengsten
van de met de investering geproduceerde producten) en uitgaven worden ingevoerd.
|
A43 |
Jaartal liquidatieopbrengsten |
Jaar waarin men de liquidatieopbrengsten denkt te ontvangen. Dit is standaard gelijk gesteld aan het laatste jaar van de investeringsperiode
(= gebruiksduur), maar kan worden overschreven.
|
De gegevens van dit werkblad worden via koppelingen overgenomen in het werkblad Berekening netto contante waarde voor één project – voorbeeld 2.
Resultaten
De investeringscalculatie in dit werkblad levert de volgende resultaten op:
|
In de cellen: |
Het saldo van:
- de exploitatie kasstromen per jaar (nominaal)
- de initiële investeringskasstromen per jaar (nominaal)
- het saldo van de liquidatieopbrengsten en -uitgaven per jaar (nominaal)
|
E24 - E33 E37 - E39 E43
|
De te hanteren disconteringsfactor per jaar |
F24 - F33 F37 - F39 F43
|
De contante waarde (huidige waarde) van de exploitatie kasstromen |
G24 - G33 |
De som van de contante waarde van de exploitatie kasstromen |
G35 |
De contante waarde van de initiële investeringsuitgaven |
G37 - G39 |
De som van de contante waarde van de initiële investeringskasstromen |
G41 |
De contante waarde van de liquidatieopbrengsten |
G43 |
De netto contante waarde (NCW) van het investeringsproject als geheel |
G46 |
In dit voorbeeld wordt onder de opgegeven voorwaarden een negatieve netto contante waarde van -100.869 euro vastgesteld.
Dit betekent dat het bedrijf niet zijn vermogenskosten met de investering terug kan verdienen. Om die reden moet op grond
van de gegeven voorwaarden de geplande investering worden afgewezen.