Berekening tarieven per activiteit ten behoeve van ABC

Om tot Activity Based Costing te komen moeten voor een bepaalde afdeling/kostenplaats de activiteiten worden benoemd. Zie hiervoor de werkbladen onder Opstellen activiteitenoverzichten: Procesbeschrijving en Registratie van activiteiten en werkzaamheden. Vervolgens moeten de bijbehorende kostenveroorzakers (ofwel cost drivers) worden bepaald evenals de omvang van die kostenveroorzakers per jaar. Dat gebeurt in dit werkblad.

Inloggen

Lid van de Kennisbank Financieel?

 

Log hier in om verder te lezen.

Afbreken

Gebruikersgegevens

 

Geef hier uw gebruikersnaam en wachtwoord:

Werkbladen in deze Excelsheet

Werkblad Tarief per activiteit Inkoop

Bekijk screenshot van dit werkblad

Werkblad Tarief per activiteit Productie

Bekijk screenshot van dit werkblad

Werkblad Tarief per activiteit Magazijn

Bekijk screenshot van dit werkblad

Gebruiksinstructie

Doel van deze tool

Voor een bepaalde afdeling/kostenplaats zijn de activiteiten benoemd (zie hiervoor werkbladen onder Opstellen activiteitenoverzichten: Procesbeschrijving en Registratie van activiteiten en werkzaamheden). Vervolgens moeten de bijbehorende kostenveroorzakers (ofwel cost drivers) worden bepaald evenals de omvang van die kostenveroorzakers per jaar.

Daarnaast wordt op basis van de reeds gemaakte analyses (zie voorgaande paragraaf) per activiteit de tijdsbesteding van de medewerkers ingevoerd als percentage van de totale capaciteit van de afdeling.

Na het invoeren van de cijfers voor het aantal medewerkers (in fte), de personeelskosten, materiële kosten en overige kosten moeten de kosten aan de activiteiten worden toegerekend. Vervolgens moeten de kostprijzen of tarieven van de activiteiten worden bepaald door de kosten per eenheid van de kostenveroorzakende factor te berekenen. Daartoe worden de volgende stappen uitgevoerd.

  1. Er wordt een splitsing gemaakt in volumeafhankelijke en niet-volumeafhankelijke (volumeneutrale) activiteiten. De volumeafhankelijke activiteiten zijn de activiteiten waarvoor een kostenveroorzaker kon worden bepaald en waarvan de tijdsbesteding dus afhankelijk is van het volume van de betreffende kostenveroorzaker. Bij de niet-volumeafhankelijke activiteiten was het niet goed mogelijk om een kostenveroorzaker te benoemen.
  2. Naar rato van de capaciteitsinzet (in fte's) van de medewerkers worden de kosten per jaar (personeelskosten én materiële en overige kosten) aan álle activiteiten toegerekend.
  3. De kosten van de niet-volumeafhankelijke activiteiten worden vervolgens via een omslag (wederom naar rato van de capaciteitsinzet) aan de volumeafhankelijke activiteiten toegerekend.

Na deze stappen zijn de totale kosten per activiteit bekend van de activiteiten waarvoor een cost driver kon worden benoemd.

Ten slotte moeten voor de volumeafhankelijke activiteiten de kostprijzen of tarieven per eenheid kostenveroorzaker worden berekend door de totale kosten van de activiteiten te delen door de aantallen van de bijbehorende cost drivers.

Overigens wordt in deze werkbladen verondersteld dat de personele kosten het grootste deel van de kosten uitmaken, en dat de materiële en overige kosten ongeveer proportioneel in relatie staan tot de personele kosten (met andere woorden: als personele kosten stijgen, stijgen de materiële en overige kosten in ongeveer gelijke mate). Daarom wordt er één en dezelfde verdeelsleutel gehanteerd (namelijk de capaciteitsinzet van de medewerkers) om alle kosten toe te rekenen aan de activiteiten.

Indien de materiële en overige kosten substantieel zijn en een duidelijke relatie vertonen met slechts één of enkele van de activiteiten, wordt aanbevolen om de materiële en overige kosten apart aan de activiteiten toe te rekenen en daarvoor andere verdeelsleutels te hanteren.