Digitalisering en vereenvoudiging rechtspraak vanaf 2017

Door: Lianne Bouman | redactie: WEKA Financieel | 26 juli 2016
De Eerste Kamer heeft de vier wetsvoorstellen betreffende vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht aangenomen. De wetsvoorstellen vormen de basis van het programma KEI (Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak).

Binnen KEI werkt het Ministerie van veiligheid en justitie samen met de rechtspraak aan vereenvoudiging en digitalisering van de procedure in civiele en bestuursrechtelijke zaken. De wetgeving treedt vanaf begin 2017 in verschillende fases in werking.

 

Digitalisering

Rechtzoekenden krijgen een digitaal dossier ‘Mijn Zaak’. Zij kunnen daarmee elke stap in het proces voortaan volgen, waardoor de procedure voor hen transparanter wordt. Ook de advocaat profiteert van de snellere digitale communicatie met de rechter, die nu nog vaak via de fax verloopt. Voor burgers die procederen zonder advocaat blijft het mogelijk om op papier te procederen. De digitalisering heeft voor de rechtspraak als voordeel dat de administratie minder tijd vergt.

 

Vereenvoudiging

Het civiele proces wordt eenvoudiger, met als basisprocedure:

  • één schriftelijke ronde;
  • één mondelinge behandeling bij de rechter;
  • en daarna een uitspraak.

 

De kern is een mondelinge behandeling, al vrij snel na de start van de basisprocedure. Hierdoor heeft de rechter vroeg contact met partijen en kan hen dan om een toelichting vragen, getuigen of deskundigen horen en schikkingsmogelijkheden aftasten. In het merendeel van de gevallen volgt binnen zes weken na de mondelinge behandeling een uitspraak.

 

Complexe zaken

Is de zaak ingewikkeld, dan kan de rechter de basisprocedure aanvullen met een extra schriftelijke of mondelinge ronde. Hierdoor heeft hij meer invloed op het verloop van de procedure, kan hij beter inspelen op de behoeften van rechtzoekenden en maatwerk leveren.