print
stuur doorGoedwillende belastingplichtige straks beter af
‘Kwaadwilligen’ kunnen nog 12 jaar worden geconfronteerd met aangeslagen voor verzwegen inkomen en vermogen. Het wetsvoorstel is op 2 september j.l. aan de Tweede Kamer aangeboden.
In de toekomst kan de juiste belastingschuld eenvoudiger en sneller worden vastgesteld. Aanslagtermijnen zullen voor goedwillende belastingplichtigen worden verkort en de procedure wordt minder formeel.
Nieuwe regelingen
Het wetsvoorstel houdt een aantal nieuwe regelingen in rond het opleggen van aanslagen, zoals:
- een regeling voor herziening van de definitieve aanslag;
- nieuwe regels voor navorderingsaanslagen; en
- regels voor elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst.
VPB
Het voorstel zal niet van toepassing zijn op de vennootschapsbelasting (VPB), waarop vooralsnog het oude systeem van toepassing blijft. Met betrekking tot de vennootschapsbelasting wordt nog onderzoek gepleegd naar de haalbaarheid van de wijziging van de heffing naar een aangiftebelasting.
Aanslagregeling en herziening
De regeling voor herziening die nu geldt voor de voorlopige aanslag inkomsten- en vennootschapsbelasting zal in aangepaste vorm ook voor de definitieve aanslagen inkomstenbelasting en erf- en schenkbelasting gelden.
In het nieuwe systeem heeft de inspecteur na het indienen van de aangifte uiterlijk 15 maanden de tijd om een aanslag op te leggen. Als een belastingplichtige een aanslag wil laten wijzigen, zal hij een verzoek om herziening moeten doen. Door middel van dit verzoek kan de belastingplichtige op eenvoudige, informele wijze nadere informatie aandragen op grond waarvan de aanslag kan worden aangepast. De inspecteur kan het verzoek om herziening volgen of afwijzen. Een afwijzing zal bij voor bezwaar vatbare beschikking moeten gebeuren. Daarmee is de rechtsbescherming voor belastingplichtigen gewaarborgd. In het nieuwe systeem heeft de belastingplichtige na het indienen van zijn aangifte 18 maanden de tijd om een verzoek tot herziening in te dienen. Pas na die 18 maanden staat de aanslag vast.
Navordering
De regels over navordering worden voor de inspecteur zowel beperkt als verruimd. De verruiming is aan de orde als sprake is van kwade trouw. Dan zal de inspecteur zonder nieuw feit over een periode van twaalf jaar kunnen navorderen. De beperking geldt wanneer geen sprake is van kwade trouw: de navorderingstermijn wordt dan drie jaar na het indienen van de aangifte. De inspecteur zal in dat geval kunnen navorderen indien de belastingplichtige weet of behoorde te weten dat ten onrechte geen of te weinig belasting is betaald. Is dat niet het geval, dan kan de inspecteur alleen navorderen als hij beschikt over een nieuw feit. Verder komt er voor de inspecteur een nieuwe mogelijkheid om te kunnen navorderen als sprake is van een fout of verstoring in de systemen van gegevensverwerking waardoor massaal onjuiste aanslagen worden vastgesteld. Dit is de moderne variant van de 'schrijf- of tikfout'. Wanneer de inspecteur op grond van deze mogelijkheid wil navorderen, dan heeft hij daarvoor zes maanden na de dagtekening van de aanslag de tijd.
Elektronisch berichtenverkeer
In het wetsvoorstel is ook opgenomen dat berichten tussen de Belastingdienst en belastingplichtigen uitsluitend elektronisch kunnen worden verzonden. Deze verplichting zal geleidelijk worden ingevoerd, via een persoonlijke portal: MijnBelastingdienst.nl.
Inwerkingtreding
De staatssecretaris van Financiën streeft ernaar het nieuwe heffingssysteem in werking te laten treden voor (voorlopige) aanslagen met betrekking tot tijdvakken die zijn aangevangen, dan wel tijdstippen die zijn gelegen op of na 1 januari 2014 en die zijn vastgesteld op of na 1 januari 2015.
