Doel van deze tool
In dit werkblad (ann-1) moet door het berekenen van de annuïteit van een investeringsproject een beslissing over het doen van een investering worden
onderbouwd. Daartoe wordt de annuïteit bepaald van de kas(uit)stroom in verband met de investering en de liquidatieopbrengst.
Indien deze annuïteit kleiner is dan de jaarlijkse kas(in)stroom die met de investering gerealiseerd kan worden, is de betreffende
investering economisch rendabel.
De annuïteit wordt berekend door gebruik te maken van een financiële functie in Excel, namelijk de functie BET. Meer over deze functie zie Achtergrondinformatie Netto Contante Waarde-methode.
In te vullen velden
Ten aanzien van het investeringsobject moeten de volgende waarden voor de betreffende perioden (in dit voorbeeld jaren) worden
vastgesteld en worden ingevoerd in de daarvoor bedoelde velden:
Verplicht in te vullen gegevens |
Cel |
Celnaam |
Toelichting |
D5 |
Omschrijving investeringsobject |
|
D7 |
Opgesteld op |
Datum waarop de investeringscalculatie is opgesteld. |
J7 |
Door |
Naam van de medewerker die de investeringscalculatie heeft opgesteld. |
E13 - E15 |
Aanschafwaarde |
Wanneer de uitgaven in verband met de aanschaffing van het investeringsobject gedaan worden voor een periode van langer dan
één jaar, dan moeten deze uitgaven in de bijbehorende jaarregels worden ingevoerd (jaar 0 tot en met jaar 2). Verondersteld
wordt dat de initiële investeringen niet verder dan jaar 2 gaan.
|
F18 |
Liquidatieopbrengst (en restwaarde) |
Geschatte opbrengsten uit de verkoop van het betreffende investeringsobject na afloop van de ingevoerde gebruiksduur (zie
volgende regel). Overigens is het ook mogelijk dat er geen sprake is van (positieve) liquidatieopbrengsten, maar van (negatieve) liquidatiekosten.
In dat geval moeten de betreffende uitgaven als negatieve waarden worden ingevoerd.
|
F19 |
Gebruiksduur (in jaren) |
Geschat aantal jaar dat men het investeringsobject zal gaan gebruiken. |
F21 |
Vermogenskosten |
Dit rentepercentage wordt NIET bepaald aan de hand van de rente op de kapitaalmarkt. Hier wordt het rentepercentage ingevoerd
dat de leiding van het bedrijf minimaal als rendement op de investering moet realiseren om de vermogenskosten van het bedrijf
goed te kunnen maken.
|
F23 |
Jaarlijkse cashflow |
De kas(in)stroom die per saldo ieder jaar zal binnenkomen als gevolg van de investering. |
A37 |
Jaartal liquidatieopbrengsten |
Jaar waarin men de liquidatieopbrengsten denkt te ontvangen. Dit is standaard gelijkgesteld aan het laatste jaar van de investeringsperiode
(= gebruiksduur), maar kan worden overschreven.
|
Resultaten
De investeringscalculatie in dit werkblad (ann-1) levert de volgende resultaten op:
|
In de cellen: |
Het saldo van:
- De initiële investeringskasstromen per jaar (nominaal)
- De liquidatieopbrengsten en -uitgaven per jaar (nominaal)
|
E31 - E33 E37
|
De te hanteren disconteringsfactor per jaar |
F31 - F33 F37
|
|
|
De contante waarde van de initiële investeringsuitgaven |
G31 - G33 |
De som van de contante waarde van de initiële investeringskasstromen |
G35 |
|
|
De contante waarde van de liquidatieopbrengsten |
G37 |
|
|
Het saldo van de contante waarde van de investeringsuitgaven en de liquidatieopbrengsten |
G39 |
De annuïteit die het equivalent is van de contante waarde van de investeringsuitgaven en de liquidatieopbrengsten |
G41 |
|
|
Bepaling saldo annuïteiten:
- De annuïteit van de investeringsuitgaven en de liquidatieopbrengsten
- De jaarlijkse kas(in)stroom (de annuïteit van de exploitatie van de investering)
- Het saldo van beide annuïteiten
|
J30 J33 J37
|
In dit voorbeeld wordt onder de opgegeven voorwaarden per saldo een positieve annuïteit van € 5.807 gerealiseerd ofwel een
jaarlijkse kasinstroom. De kasinstroom die met de investering kan worden gerealiseerd (de jaarlijkse cashflow bij exploitatie,
€ 30.000) is groter dan de gemiddelde jaarlijkse kasuitstroom voor de aanschaf en liquidatie (€ 24.193).
Dit betekent dat het bedrijf zijn vermogenskosten met de investering kan terugverdienen en dat de investering economisch gezien
rendabel is.
In cel G41 wordt gebruikgemaakt van een van de financiële functies van Excel: BET. Daarbij zijn de argumenten van deze functie als volgt ingevuld:
- rente: de vermogenskosten (ofwel het calculatorische rentepercentage) dat bij de investeringsanalyse is gehanteerd;
- aantal_termijnen: de gebruiksduur van het investeringsobject;
- huidige_waarde: de netto contante waarde van de investering.
De functie BET gaat uit van een situatie waarin sprake is van een lening (ofwel een kasinstroom) waarop vervolgens periodieke betalingen voor rente en aflossing moeten worden gedaan (ofwel kasuitstromen). De functie wordt gebruikt om te bepalen hoe groot deze periodieke betalingen (ofwel annuïteiten) moeten zijn. De
uitkomst van de berekening zal in dat geval dan ook een negatieve waarde opleveren (immers, er is sprake van betalingen ofwel
kasuitstromen).
Dezelfde functie wordt in deze paragraaf gebruikt om de annuïteit te bepalen die het equivalent is van een bepaalde netto
contante waarde. Met andere woorden: welke jaarlijkse kasinstroom (de annuïteit) is gelijkwaardig aan een eenmalige kasinstroom (de netto contante waarde) aan het begin van de investering. Omdat de functie zelf in principe uitgaat van een kasinstroom
gevolgd door een reeks kasuitstromen, moet voor deze specifieke situatie een minteken voor de functie worden gezet.