Overzicht inkomsten en uitgaven (cashflow-analyse 1)

Meer informatie zie het werkblad Balansontwikkeling afgelopen twee jaar.

Voor het afgelopen boekjaar (het 'laatste jaar', x – 1) worden de geldstromen zichtbaar gemaakt en geanalyseerd. De belangrijkste vragen zijn:

• Waar komen de gebruikte middelen vandaan?
• Waar zijn de middelen heengegaan? Waar zijn ze aan besteed?

Voor de financiële planning van de toekomstige periodes is het vinden van antwoorden op deze vragen van belang. Uit deze cashflowanalyse komen immers ook factoren voort die bepalend zijn voor het opstellen van de prognosebalans voor de aankomende planningsperiode.

In dit werkblad hoeven geen gegevens te worden ingevoerd. De benodigde gegevens worden automatisch overgenomen uit de werkbladen Balansontwikkeling afgelopen twee jaar en Ontwikkeling in de winst- en verliesrekeningen afgelopen twee jaar.

In dit werkblad (03-cashflowanalyse deel 1) worden de volgende berekeningen gemaakt:

Het saldobedrag in cel G65 moet gelijk zijn aan de post liquide middelen die in het werkblad Balansontwikkeling afgelopen twee jaar bij de balansgegevens is ingevoerd (G67).

Toelichting

• In kolom F worden in het eerste gedeelte alle posten van de balans en de winst- en verliesrekening opgesomd die hebben bijgedragen aan de toestroom van middelen (de eerder berekende 'veranderingen'): de herkomst van middelen ofwel de cash inflows.
• In kolom F worden in het tweede gedeelte alle posten van de balans en de winst- en verliesrekening opgevoerd waar de middelen (de berekende 'veranderingen') terecht zijn gekomen respectievelijk zijn 'verbruikt': de besteding van middelen ofwel de cash outflows.

Deze cashflow-analyse leidt tot een wezenlijke conclusie:

• Was de toestroom van middelen (cash inflow, inkomsten) groter dan het gebruik van middelen (cash outflow, uitgaven)?
• Zo ja, is er sprake van een positieve ontwikkeling ten aanzien van de totale liquiditeit?
• Wanneer er meer middelen worden gebruikt dan er binnenkomen, is er sprake van een negatieve tendens die tot verminderde liquiditeit kan leiden.