Pensioenopties dga als alternatief pensioen in eigen beheer

Door: Lianne Bouman | redactie: WEKA Financieel | 09 juli 2015
Staatssecretaris Wiebes van Financiƫn heeft de uitwerking van twee oplossingsrichtingen voor het pensioen in eigen beheer aangeboden aan zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Het gaat om de oudedagsbestemmingsreserve (OBR) en het oudedagssparen in eigen beheer. Uit Wiebes brief aan de Tweede Kamer blijkt dat zijn voorkeur uitgaat naar optie twee.

Optie 1

De oudedagsbestemmingsreserve (OBR) moet een faciliteit binnen de vennootschapsbelasting worden. De bv doteert dan jaarlijks een bedrag (dat ten laste van de winst kan worden gebracht) aan de OBR, waarmee de dga op zijn pensioendatum een lijfrente koopt. Het opgebouwde geld blijft binnen de bv als eigen vermogen, want de bv heeft, anders dan nu, geen juridische verplichting om het geld aan te wenden voor het pensioen.

 

Optie 2

De tweede variant is het oudedagssparen in eigen beheer. Hiermee wordt jaarlijks een percentage van het loon van de dga opzij gezet binnen zijn bv ten behoeve van het pensioen. De de pot komt als een verplichting op de balans van de bv te staan als vreemd vermogen. Het geld is tijdens de opbouwfase dan niet te gebruiken voor andere doeleinden. Uiteindelijk moet de dga ook met dit potje een lijfrente aankopen.

 

Het grote verschil met de OBR is dat bij het oudedagssparen oprenting plaatsvindt tijdens de opbouwfase, op basis van de marktrente.

 

Let op

De hierboven genoemde mogelijke oplossingsrichtingen hoeven nog niet het definitieve einde van het bestaande pensioen in eigen beheer te betekenen. De staatssecretaris geeft voor beide varianten aan dat het denkbaar is dat de nog bestaande aanspraken blijven staan en bevroren worden. Overigens verzoekt hij de Tweede Kamer om zich uit te spreken over de wenselijkheid om het bestaande pensioen in eigen beheer helemaal af te schaffen en de bestaande aanspraken om te zetten. 

 

Voorkeur staatssecretaris

Wiebes vindt het oudedagssparen eenvoudiger uitvoerbaar. Bovendien beperkt deze variant het ingewikkelde verschil tussen de commerciƫle en fiscale waardering van het pensioen tijdens de opbouwfase.

 

Staatssecretaris wil het alternatief voor het pensioen in eigen beheer per 1 januari 2016 als wet in werking laten treden. Hij vindt wel dat zorgvuldigheid boven snelheid gaat. Hij wil daarom met de Tweede Kamer overleggen over de definitieve ingangsdatum.