Spaarvariant uitfasering PEB

Door: Lianne Bouman | redactie: WEKA Financieel | 23 maart 2016
Vlak voor eind 2015 heeft de staatssecretaris voorgesorteerd op het einde van Pensioen in Eigen Beheer (PEB). Dit riep veel vragen op omtrent de werkbaarheid van de voorgestelde afkoopfaciliteit, bijvoorbeeld in situaties van onderdekking.

De staatssecretaris stelt daarom nu voor om – naast een verruimde afkoopfaciliteit tegen 70% van de balanswaarde – een alternatief te bieden dat gebruik maakt van de systematiek van oudedagssparen in eigen beheer; de ‘spaarvariant bij uitfasering’.

 

Spaarvariant bij uitfasering

DGA’s die niet willen of kunnen afkopen, kunnen hun rechten dan fiscaal geruisloos afstempelen tot het niveau van de fiscale (balans)waarde en vervolgens omzetten in een oudedagsverplichting.

 

Na de omzetting kan geen verdere opbouw plaatsvinden. Zij worden op die manier verlost van de problemen die het PEB met zich brengt zonder dat liquiditeiten aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) hoeven te worden onttrokken. Belastingheffing vindt namelijk pas plaats in de uitkeringsfase. Hiermee wordt volgens de staatssecretaris tegemoetgekomen aan DGA’s die niet kunnen of willen afkopen, verdwijnt de zogenoemde dividendklem voor een belangrijk deel, hoeft het als oudedagsvoorziening toegezegde vermogen niet aan de bv te worden onttrokken en wordt tegelijkertijd voor de toekomst wel een belangrijke vereenvoudiging bereikt.

 

Afkopen tegen 70% van fiscale balanswaarde

Bij de afkoopfaciliteit blijkt dat er budgettair een verruiming mogelijk is. De staatssecretaris gaat nu uit van een belastinggrondslag van 70% van de fiscale balanswaarde voor de afkoop van de bestaande PEB-rechten teneinde het PEB uit te faseren.