In een zaak oordeelden de rechtbank en het hof dat het huurrecht geen bedrijfsmiddel was. De vraag of sprake was van ondernemingsvermogen, privévermogen of keuzevermogen was dan ook niet meer van belang. De Hoge Raad dacht hier anders over en oordeelde dat een huurrecht een vermogensrecht is en daarmee aan te merken is als bedrijfsmiddel. De rechter stelde in deze zaak dat de ondernemer daarom het huurrecht mocht etiketteren als ondernemingsvermogen. Dit had tot gevolg dat de ondernemer het gehele bedrag van de huur mocht aftrekken, maar dat er wel een bijtelling plaats moet vinden voor het privégebruik van de huurwoning.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën zegt geen aanleiding te zien om de wet aan te passen naar aanleiding van dit arrest.