Hoge Raad straft niet melden betalingsonmacht af

Door: Lianne Bouman | redactie: WEKA Financieel | 01 februari 2011
De economische crisis is voor bestuurders geen excuus om betalingsonmacht niet te melden aan de ontvanger van de belastingdienst. Wie er geen melding van doet, kan aansprakelijk voor kennelijk onbehoorlijk bestuur worden gesteld. Dat blijkt weer eens uit de uitspraak van de Hoge Raad op 21 januari.

Casus

Een bestuurder werd aansprakelijk gesteld voor het bedrag van de naheffingsaanslag btw. Hij had namelijk nagelaten een melding van betalingsonmacht te doen. De bestuurder vond dat dit bewijsvermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur in strijd was met het Europese recht. De zaak werd voorgelegd aan de Hoge Raad.

 

Rechtszekerheids- en evenredigheidsbeginsel

De Hoge Raad vindt dat de regeling van het bewijsvermoeden niet in strijd is met het Europese Recht. Volgens haar heeft deze regeling tot doel de overheidsontvangsten te beschermen. De bestuurder krijgt zo een krachtige stimulans om de ontvanger te berichten dat hij niet kan betalen, zodat hij de inning van de belastinginkomsten kan proberen veilig te stellen. De Hoge Raad is van mening dat de regeling zijn doel voorbij schiet. Het bewijsvermoeden is niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.

 

Tips

U kunt hier digitaal om uitstel van betaling inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting verzoeken.

 

Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad.

 

U leest meer over dit onderwerp in de volgende artikelen: