Prinsjesdag 2011: wat verandert er voor ondernemers?

Door: Lianne Bouman | redactie: WEKA Financieel | 19 september 2011
Met welke fiscale maatregelen wil het kabinet voor 2012 en de jaren erna een sluitende rijksbegroting krijgen, zonder het gewenste economisch herstel te dwarsbomen? Wat de Miljoenennota – dit jaar met de titel ‘Koersvast in onzekere tijden’ – voor ondernemers in petto heeft, weten we al sinds donderdag vóór Prinsjesdag 2011, toen de eerste rijksbegroting van het Kabinet Rutte uitlekte. Wat we al langere tijd wisten, is dat er € 18 miljard bezuinigd moet worden.

In dit artikel bespreken wij de maatregelen die het Belastingplan 2012 heeft om innovatief ondernemerschap te stimuleren. Verder vermelden wij welke kleine belastingen verdwijnen en bespreken wij de vennootschapsbelasting, de auto van de zaak en een aantal andere belangrijke wetsvoorstellen. Tenzij anders aangegeven, treden zij per 1 januari 2012 in werking. Het Belastingplan 2012 biedt ondernemers weliswaar een aantal aantrekkelijke lastenverminderingen, maar daar staan weer lastenverzwaringen tegenover.

 

Innovatie

  • Research en Development (RDA)

De lastenverlichting van € 500 miljoen, ter compensatie voor het wegvallen van ondernemerschap- en innovatiesubsidies, zoals deze is opgenomen in het regeerakkoord, zal via de nieuwe fiscale regeling RDA worden gericht op het bevorderen van investeringen in Research & Development kapitaal (R&D-kapitaal). RDA is een nieuwe generieke fiscale aftrek met als doel de directe kosten van R&D (geen loonkosten = WBSO) te verlagen).

  • Wet bevordering Speur en Ontwikkelingswerk (WBSO)

In verband met een forse overschrijding van het WBSO-budget in 2010 worden de percentages voor 2012 incidenteel aangepast:

    • In 2012 kan de werkgever een afdrachtvermindering van 42% (2011: 50%) toepassen op het totale S&O-loon, tot een loongrens van € 110.000 (2011: 220.000).
    • Voor het meerdere geldt een afdrachtvermindering van 14% (2011: 18%).
    • Voor zelfstandigen geldt een aftrekpercentage van 60% (2011: 64%) tot de loongrens.

 

 

2010

2011

2012

2013 en verder

Loongrens per werknemer

€ 220.000

€ 220.000

€ 110.000 (in plaats van € 150.000)

€ 150.000

Schijf I

50%

50%

42% (in plaats van 45%)

€ 45%

Schijf II

18%

18%

14%

14%

Plafond werkgever

€ 14 miljoen

€ 14 miljoen

€ 14 miljoen (in plaats van € 8,5 miljoen)

€ 8,5 miljoen

 

Het WBSO-budget wordt eenmalig opgehoogd met € 149 miljoen. Dit is om de overschrijdingen uit 2010 te kunnen compenseren en anderzijds om de parameters op het niveau van 2008 te kunnen houden. De hoogte van het subsidieplafond van maximaal € 14 miljoen per inhoudingsplichtige blijft gehandhaafd.

 

In 2013 zullen deze wijzigingen in principe weer aangepast worden aan de percentages en loongrens opgenomen in het Belastingplan 2011. Indien het gebruik van WBSO echter toeneemt (overschrijding budget), kunnen de genoemde parameters weer aangepast worden.

 

Lastenvermindering

Er verdwijnen zeven kleine belastingen:

  • afvalstoffenbelasting;
  • grondwaterbelasting;
  • belasting op pruim- en snuiftabak;
  • belasting op alcoholvrije dranken;
  • belasting op leidingwater;
  • verpakkingenbelasting;
    Bedrijven die meer dan 50.000 kilo aan verpakte producten verkopen, moeten deze belasting betalen.
  • Eurovignet.
    Voor het gebruik van de snelweg moeten vrachtwagens zwaarder dan 12 ton in Nederland, België, Luxemburg, Denemarken en Zweden belasting betalen. Het kabinet wil de heffing van de gezamenlijke verbruiksbelasting staken en het Eurovignet per 1 januari 2013 afschaffen.

 

Vennootschapsbelasting

  • Maakt u meer dan € 200.000 winst, dan moet u daar in 2012 jaar ook gewoon 25% Vennootschapbelasting (Vpb) betalen.

 

Let op

De Fiscale Agenda kondigde nog een verlaging van 24% aan, maar deze is in het Belastingplan 2012 geschrapt.

 

  • Overnameholdingconstructies door buitenlandse ondernemingen wordt door nieuwe wetgeving aan banden gelegd. De rente over de overnameschuld mag straks niet onbeperkt in aftrek komen op de winst van de overgenomen bv. € 1 miljoen rente mag wel worden afgetrokken. Ook blijft de aftrek in stand voor zover na de overname sprake is van een gezonde financiering.
  • Het kabinet beperkt de renteaftrek bij de financiering van buitenlandse deelnemingen door Nederlandse bedrijven slechts met een fractie. Daarmee laat de regering een van de fiscale lokkertjes voor Nederlandse en buitenlandse ondernemingen om hun hoofdkantoor in Nederland te houden of te vestigen grotendeels ongemoeid.
  • In het buitenland gevestigde lichamen die naar buitenlands recht zijn opgericht en vergelijkbaar zijn met naar Nederlands recht opgerichte verenigingen of stichtingen of die een kerkgenootschap zijn, worden voortaan slechts in de vennootschapsbelasting betrokken voor zover zij een onderneming drijven.
  • De buitenlandse aanmerkelijkbelangregeling wordt aangepast. Als additionele voorwaarde wordt toegevoegd dat het aanmerkelijk belang door het buitenlandse lichaam moet worden gehouden met als voornaamste doel of een van de voornaamste doelen het ontgaan van Nederlandse inkomsten- of dividendbelasting bij een ander. In de dividendbelasting wordt een anti-misbruikmaatregel voorgesteld waardoor een coöperatie, die direct of indirect aandelen houdt met als doel de heffing van Nederlandse dividendbelasting of buitenlandse belasting bij een ander te ontgaan, inhoudingsplichtige wordt voor de dividendbelasting.
  • De herbestedingsreserve voor lichamen met een algemeen maatschappelijk of sociaal belang op de voorgrond wordt gewijzigd en meer toegespitst op de doelgroepen waarvoor deze is bedoeld.
  • Bij nota van wijziging zal een Research & Development aftrek worden opgenomen. Deze behelst een nieuwe generieke fiscale faciliteit voor de directe kosten van R&D, niet zijnde loonkosten.
  • De werkingssfeer van de zogenoemde teruggaafregeling in de dividendbelasting wordt verruimd.

 

Auto van de zaak

  • Bijstellingsgrenzen gelijk aan BPM
    Voor de bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak gaan uiteindelijk dezelfde grenzen gelden als voor de BPM. De zuinigheidsgrenzen van de bijtelling worden daarom tot en met 2015 jaarlijks bijgesteld.

    De vrijstellingsgrens voor de BPM die over nieuwe auto’s moet worden betaald, ligt bij een CO2-uitstoot van minder dan 83 gram per kilometer. In 2015 moet de 14%-bijtellingsgrens hiermee samenvallen. De eerste schijf in de BPM geldt voor auto’s met een CO2-uitstoot die tussen de 83 en 110 gram per kilometer ligt. In 2015 gelden dezelfde grenzen voor de 20%-bijtelling. Er zal dan voor de bijtelling ook geen onderscheid meer zijn tussen benzine- en dieselauto’s.

 

Schema bijstellingsgrenzen tot en met 2015 (in gram per kilometer)

Bijtelling benzine

2011 en van januari t/m juni 2012

Juli t/m december 2012

2013

2014

2015

14%

< 111

< 103

< 96

< 89

< 83

20%

111-140

103-132

96-124

89-117

83-110

25%

> 140

> 132

> 124

> 117

> 110

Bijtelling diesel

2011 en van januari t/m juni 2012

Juli t/m december 2012

2013

2014

2015

14%

< 96

< 92

< 89

< 86

< 83

20%

96-116

92-114

89-112

86-111

83-110

25%

> 116

> 114

> 112

> 111

> 110

 

  • Forfait 2,7% voor btw-correctie auto
    Voor de bepaling van de btw-correctie voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een vast forfait van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM) gebruikt worden. Het gaat hier dan om auto’s die kosteloos in gebruik voor privédoeleinden zijn gegeven. De koppeling tussen de btw-correctie en de bijtelling in de loon- en inkomstenbelasting is daarmee dus verdwenen. Dit besluit geldt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2011.
  • Verplichte btw-correctie ondernemer
    Met de invoering van het forfait van 2,7% zijn ondernemers die de auto van de zaak wel gebruiken voor woon-werkverkeer, maar niet voor privédoeleinden, nu bijna altijd verplicht om een btw-correctie toe te passen. Tot 1 juli 2011 hoefden zij dit niet te doen. Als ondernemer paste u een btw-forfait van 12% van de onttrekking voor de inkomstenbelasting voor het privégebruik van de auto van de zaak. Maar reed u alleen kilometers voor het werk en van huis naar het werk, dan hoefde u geen correctie toe te passen. Met de invoering van het forfait van 2,7% zijn nu echter ondernemers die de auto van de zaak wel gebruiken voor woon-werkverkeer, maar niet voor privédoeleinden (en dus meestal geen bijtelling privégebruik toepassen), verplicht om een btw-correctie toe te passen.

 

Let op

Volgens de huidige wetgeving gelden de aanscherpingen van de zuinigheidsgrenzen voor de bijtelling alleen voor auto’s van de zaak die worden aangeschaft na ingang van de scherpere regels. De regering wil dit voordeel alleen behouden zolang de auto’s niet van eigenaar verwisselen. De periode dat zakelijke rijders nog een verlaagd bijtellingspercentage kunnen toepassen na aanscherping van de grenzen wordt gesteld op 60 maanden. Na elke periode van vijf jaar wordt dus bekeken of de auto nog in aanmerking komt voor een verlaging van het bijtellingspercentage.

 

  • Einde MRB-korting
    Wie nu de motorrijtuigenbelasting (MRB) eens per jaar betaalt, krijgt een korting. In 2012 geldt dat niet meer. De overheid wil de betaling namelijk zoveel mogelijk laten plaatsvinden via automatische incasso in plaats van handmatige betaling.

 

Nieuwe renteregeling

De berekening van rente door de belastingdienst verandert drastisch vanaf 2012. In de nieuwe regeling heffings- en invorderingsrente:

  • sluit de hoogte aan bij het percentage van de wettelijke rente voor consumenten (per 1 juli 2011: 4%. Dat is dus hoger dan wat de belastingdienst per 1 oktober 2011 in rekening brengt (3%);
  • verandert de manier waarop de fiscus de rente berekent, aanzienlijk;
  • heet de heffingscomponent van de regeling voortaan belastingrente. De invorderingscomponent blijft invorderingsrente heten.

 

Vanaf 2012 brengt de belastinginspecteur rente in rekening over de periode vanaf 1 juli na afloop van het belastingjaar tot en met de betalingstermijn van de belastingaanslag. Hierdoor worden veel minder belastingplichtigen dan nu met de belastingrente geconfronteerd.

 

Na het indienen van een aangifte is de belastingdienst verplicht binnen dertien weken een aanslag op te leggen. Overschrijdt de fiscus die termijn, dan volgt rentevergoeding. Alleen als in het eerste halfjaar na het belastingjaar de aangifte is ingediend en door de belastingdienst daarop een belastingaanslag is opgelegd, is er van rentevergoeding geen sprake. Evenmin als de belastingaanslag na bezwaar of een gerechtelijke procedure wordt verminderd of vernietigd.

 

In de berekening van rente door de ontvanger verandert door de nieuwe renteregeling niets: rente blijft verschuldigd vanaf de vervaldag van de aanslag.

 

Tip

Wat vanaf 2012 wel verandert, is dat de ontvanger geen rente meer vergoedt over een terugbetaling als gevolg van een herziening of vermindering van een al betaalde belastingaanslag. Daarmee groeit het belang om bij een verzoek tot herziening of vermindering gelijk ook om uitstel van betaling te vragen.

 

Basisaftrek voor iedere zelfstandige

Alle zelfstandig ondernemers hebben vanaf 2012 een vaste basisaftrek van € 7.280. Het systeem van schijven in de zelfstandigenaftrek verdwijnt. Hierdoor wordt het maken van meer winst niet meer ‘afgestraft’, omdat de zelfstandigenaftrek niet kleiner wordt als een ondernemer meer winst maakt. Om gebruik te kunnen maken van de zelfstandigenaftrek, moet er sprake zijn van ondernemerschap en moet er worden voldaan aan het urencriterium (1.225 uur).

 

Varia

  • Heffing KvK verdwijnt in 2012
    De heffing die ondernemers jaarlijks aan de Kamers van Koophandel (KvK) betalen, zal in 2012 10% lager zijn en vanaf 2013 helemaal verdwijnen. Nu betalen ondernemers gezamenlijk nog € 160 miljoen per jaar aan heffingen aan de KvK’s.
  • Willekeurig afschrijven op bedrijfsmiddelen afgeschaft
    Startende ondernemers kunnen nu willekeurig afschrijven op bedrijfsmiddelen die zij dit jaar hebben aangeschaft. Deze in 2009 genomen crisismaatregel stopt per 1 januari 2012. Door versneld af te schrijven op bijvoorbeeld een nieuw aangeschafte zaagmachine of zakelijke laptop, drukt de starter zijn winst waarover hij belasting moet betalen.
  • Dotatieplafond FOR verlaagd
    Het dotatieplafond voor de FOR (fiscale oudedagsreserve) wordt verlaagd. De FOR biedt ondernemers de mogelijkheid om een deel van hun ondernemingsvermogen te reserveren voor hun oude dag. Dat is fiscaal voordelig, omdat daar nu geen inkomstenbelasting over hoeft te worden betaald. Het huidige plafond bedraagt maximaal € 11.882 en mag niet meer zijn dan 12% van de winst. In 2012 wordt het plafond verlaagd tot € 9.382 euro (€ 2.500 minder dus), waardoor de ondernemer minder fiscaal aantrekkelijk kan sparen voor het appeltje voor de dorst.
  • Maatregel misbruik lege btw-nummers
    Om te voorkomen dat 'lege btw-nummers' worden misbruikt, wordt het btw-nummer van ondernemers die meer dan twee jaar een nihil-aangifte doen, opgeheven.
  • Verruiming fiscale aftrek pensioenpremies zzp’ers
    Het wordt zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) vanaf 2012 toegestaan nog tien jaar vrijwillig bij hun oude pensioenfonds pensioen op te bouwen nadat zij voor zichzelf zijn begonnen. Nu kunnen zij slechts drie jaar profiteren van de fiscale voordelen die hieraan verbonden zijn.

 

Sociaal

  • Versneld afschaffen spaarloon
    Zoals aangekondigd in het regeerakkoord, zullen de levensloopregeling en de spaarloonregeling opgaan in een nieuwe regeling, het vitaliteitssparen. Het versneld afschaffen van het spaarloon wordt ter dekking van de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting al versneld afgeschaft in 2012.
  • Koopkrachtpakket
    Het koopkrachtpakket bevat maatregelen om onder meer de hogere zorgpremies (vallen in 2012 en 2013 hoger uit dan was voorzien) bij burgers te compenseren. Dit pakket bevat uiteenlopende maatregelen om een meer evenwichtige inkomensontwikkeling te bewerkstelligen. Omdat lagere inkomens het meest profiteren van overheidsuitgaven aan inkomensondersteuning, zullen zij relatief vaak de directe effecten van de noodzakelijke bezuinigingen ondervinden. Ook de maatregelen bij de zorgtoeslag, die vanwege de nauwe samenhang met de zorgpremies in de macro-economische boekhouding van de overheid bij de collectieve lasten wordt gerekend, leiden bij lage en middeninkomens tot koopkrachtverlies.

 

De lastenruimte voor burgers is daarom ingezet om het koopkrachtbeeld 2012 evenwichtiger te maken, waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat werken moet lonen. Naast maatregelen aan de uitgavenkant zijn daartoe ook aan de inkomstenkant compenserende maatregelen getroffen die vooral de lagere en middeninkomens tegemoet komen. Drie maatregelen zijn hier vooral belangrijk:

  1. De grondslagverbreding in de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet wordt versneld doorgevoerd. Dit leidt tot meer inkomenssolidariteit in de zorg, omdat hogere inkomens zo relatief meer premie gaan betalen.
  2. De algemene heffingskorting wordt fors verhoogd, waar lagere inkomens relatief het meeste profijt van hebben.
  3. Om werkende ouders te compenseren, wordt de inkomensafhankelijke combinatie korting met € 230 verhoogd.

 

Rapport: Belastingplan 2012 en werkkostenregeling

Dit rapport is uw handleiding waar u direct mee aan de slag kan. Wij behandelen voor u belangrijkste items van het Belastingplan 2012. Het rapport Belastingplan 2012 en werkkostenregeling bevat alle nieuwe wet- en regelgeving op een rij en alles over de werkkostenregeling (circa 80 pagina's met praktische stroomschema’s, handleidingen over de arbeidsvoorwaarden, vormen van kostenvergoedingen en de voorwaarden waaraan elke regeling moet voldoen). Meer informatie en downloaden...