Pensioenopbouw moet mogelijk in de toekomst buiten de onderneming gebeuren, bijvoorbeeld bij verzekeraars. VNO-NCW en MKB-Nederland stellen dat de pensioenopbouw dan duurder wordt en bovendien ook de groei van de Nederlandse economie en werkgelegenheid schaadt. Het afschaffen van het pensioen in eigen beheer wordt momenteel, op verzoek van de Tweede Kamer, door het kabinet uitgewerkt.
In Nederland zijn zo'n 150.000 dga's die samen zo'n € 2 miljard aan pensioenpremie betalen. Omgerekend kan dat € 4 miljard aan investeringen opleveren.
De voorzitters van beide ondernemersorganisaties leggen in een landelijk dagblad de gevolgen voor de economie uit. ‘Als dga’s extern pensioen opbouwen, dan worden deze middelen natuurlijk nog steeds ergens belegd. Het geld verdwijnt niet uit de economie. Maar pensioeninstellingen beleggen een groot deel in het buitenland en/of in staatsobligaties. Stoppen met het pensioen in eigen beheer betekent dus minder directe investeringen in werkgelegenheid in Nederland, ten gunste van investeringen (en dus werkgelegenheid) in het buitenland of de financiering van de staatsschuld.’
De voorzitters roepen de politiek op te voorkomen dat 'investeringspotentieel in de Nederlandse economie en werkgelegenheid onnodig weglekt naar het buitenland, door er voor te zorgen dat pensioenopbouw door de dga binnen de onderneming kan blijven plaatsvinden.' Zij noemen het afschaffen van pensioenopbouw binnen de onderneming een 'bijzondere vorm van fiscale arbitrage' die bovendien 'onnodig' is. Het kabinet kwam op 1 juli immers zelf al met een goede oplossing: de huidige regeling voor het opbouwen van pensioen in eigen beheer omvormen tot een beschikbare premieregeling binnen de onderneming. Ofwel oudedagssparen in eigen beheer.
Volgens de voorzitters van VNO-NCW en MKB-Nederland kan zo het pensioenvermogen binnen de onderneming blijven en treedt geen fiscale arbitrage op.