Het kabinet wil niet langer dat het belastingstelsel soelaas aan alles biedt en wil daarom het stelsel voor een deel uitkleden. Het kabinet wil dat het belastingstelsel burgers en bedrijven maximale ruimte moet bieden om zichzelf te ontplooien en minder aan de hand moet worden genomen.
De visie op het nieuwe fiscale stelsel steunt op drie uitgangspunten: eenvoud, soliditeit en fraudebestendigheid. Die visie wordt uitgewerkt in vijf verschillende onderdelen.
PVV, CDA en PvdA maken zich zorgen over de koopkrachtgevolgen voor de lage en middeninkomens. Weekers zegt dat te begrijpen (hij wil beginnen met het lage btw-tarief te verhogen van 6 naar 8% om het uiteindelijk te kunnen afschaffen zodat er één btw-tarief van 19% overblijft). Hij wil niet dat er in de grensstreek geen supermarkt overblijft als Nederland de btw op de boodschappenkar verhoogt en dat in Duitsland en België niet gebeurt. Blijft het lage tarief voor levensmiddelen overeind, dan ziet de staatssecretaris dat niet zitten voor eten in de horeca.
PVV heeft kritiek op de winstbelasting voor bedrijven. Weekers zegt in een reactie dat het niet de bedoeling is dat zo hogere btw-opbrengsten worden doorgesluisd naar het bedrijfsleven. Hij wil juist de vennootschapsbelasting verlagen door de grondslag voor die belasting te verbreden en wil daarmee een dam opwerpen tegen buitenlandse investeerders die Nederlandse bedrijven overnemen en ze op kosten van de belastingbetaler leegplukken en met de verliezen laten zitten.
De volledige inhoud van de Fiscale nota vindt u hier.
Meer over dit onderwerp leest u in: