Als is vastgesteld dat er een levering of dienst is verricht door een btw-ondernemer, is de volgende stap om te bepalen welk bedrag aan btw er moet worden betaald. Met andere woorden: welk tarief is van toepassing? Er zijn drie mogelijkheden:
Op de hoofdregel dat het normale tarief van toepassing is, zijn enkele uitzonderingen in de wet opgenomen. Deze komen in dit artikel uitgebreid aan de orde.
De aan dit onderwerp gerelateerde artikelen zijn: 'Omzetbelasting: leveringen en diensten', 'De btw-ondernemer', 'Aftrek van btw', 'Btw-vrijstellingen leveringen en diensten', 'Maatstaf heffing' en 'Btw-vrijstelling levering en verhuur onroerende zaken'. Deze kunt u eveneens raadplegen in deze kennisbank.
Op de hoofdregel dat het 21%-tarief van toepassing is, is een aantal uitzonderingen in de wet opgenomen. De uitzonderingen betreffen:
De volgende leveringen zijn belast met het 6%-tarief:
voedingsmiddelen, dat wil zeggen: eet- en drinkwaren (met uitzondering van alcoholhoudende dranken) en producten die bedoeld zijn om eet- en drinkwaren te maken; granen en peulvruchten die niet onder voedingsmiddelen vallen; pootgoed bestemd voor groente en fruit; rundvee, schapen, geiten, varkens en paarden en andere dieren die kennelijk zijn bestemd voor de productie van eet- en drinkwaren; fok- en slachtdieren; broedeieren voor pluimvee; beetwortelen; land- en tuinbouwzaden; rondhout; stro en veevoeders; vlas; wol, ruw en ongewassen; sierteeltproducten (bloembollen, bloemen, planten en boomkwekerijproducten); ...Heeft u ook een verantwoordelijkheid in personeelsmanagement? Kijk dan ook op HR Praktijk voor zekerheid over wetten en regels!